/ DSO

Digitalisering is een belangrijk hulpmiddel, maar ook een kritische succesfactor voor een goede en eenvoudige uitvoering van de Omgevingswet. Als onderdeel van die implementatie wordt het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) gerealiseerd. Dit stelsel, een landelijke voorziening, is een geordend en verbonden geheel van gegevensverzamelingen, afspraken en ICT-voorzieningen. Het heeft twee functies: a. het elektronisch ontsluiten van informatie over de fysieke leefomgeving; en b. het elektronisch kunnen indienen van een bericht.

De landelijke voorziening is bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet in staat om informatie te verstrekken over de regels die voor een bepaalde locatie gelden, informatie over de visie ten aanzien van een bepaalde locatie en mogelijk ook over of een locatie onderdeel is van een gebied waarvoor een projectbesluit is vastgesteld. Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet moet de landelijke voorziening informatie kunnen tonen uit: de Omgevingsregeling; het omgevingsplan; het voorbereidingsbesluit; de reactieve interventie; het projectbesluit; de waterschapsverordening; de omgevingsverordening; de omgevingsvisie en de instructie. Het huidige www.ruimtelijkeplannen.nl zal overgenomen worden door de landelijke voorziening van het DSO. Dat geldt ook voor Omgevingsloket online en de Activiteiten Internet Module.

De ingang is een centrale gebruikersvoorziening die op een aantal manieren toegang geeft tot de beschikbare informatie, onder meer via een verbeelding op de kaart en gerichte vragen. Het DSO ondersteunt de informatie-uitwisseling tussen de betrokkenen die de wet uitvoeren of die hierop een beroep doen. Het stelt initiatiefnemers in staat om eenvoudig digitaal vergunningen aan te vragen en meldingen te doen (loketfunctie). Het DSO wordt stapsgewijs gerealiseerd, waarbij het toekomstbeeld is om ‘met één klik op de kaart te kunnen zien wat mag en kan’. In het DSO wordt, om een link te leggen naar het bouwen, geregeld dat als iemand een bouwwerk onder gevolgklasse 1 voor kwaliteitsborging gaat bouwen hij hiervan een melding kan doen bij het bevoegd gezag (meestal gemeentelijk). Vanuit het DSO zal ook een link worden gelegd naar het register waarin erkende kwaliteitsborgers en toegelaten instrumenten te vinden zijn. De informatie uit het register (toegelaten instrument en kwaliteitsborger) kan vervolgens worden overgenomen in het meldingsformulier van het DSO. Ook voor de notaris kan het Register toepasbare regels (RTR) zijn diensten bewijzen. Te denken valt opnieuw aan een check bij de koop van een woning of het vestigen van een hypotheek.

Ondanks begrip voor de noodzakelijkheid van het DSO voor het slagen van de Omgevingswet zijn er ook wel kritische kanttekeningen geplaatst. Met name dat de rol en positie van de burger niet uit het oog verloren mogen worden.

Het juridisch kader van het DSO laat zich als volgt weergeven. De Omgevingswet voorziet in regels betreffende de fysieke leefomgeving. Met de Invoeringswet Omgevingswet is Afdeling 20.5 van de Omgevingswet verder uitgewerkt. Het betreft de artikelen 20.20 t/m 20.30. De regeling op hoofdlijnen van het DSO is vervolgens neergelegd in hoofdstuk 14 van het Omgevingsbesluit met het Invoeringsbesluit Omgevingswet. Het gaat achtereenvolgens om de artikelen 14.1 t/m 14.12. Met de Invoeringsregeling Omgevingswet wordt ten slotte in de normenpiramide die de Omgevingswet is, nog een aantal details geregeld in de Omgevingsregeling en wel in hoofdstuk 16 dat bestaat uit de artikelen 16.1 t/m 16.15.

Het RTR is de centrale voorziening voor toepasbare regels. Hier slaan overheden hun toepasbare regels op. Het register is één van de onderdelen van de landelijke voorziening van het DSO. Het RTR zorgt ervoor dat iedereen de juiste vragen en indieningsvereisten ziet in het Omgevingsloket bij de volgende onderdelen: a. de vergunningcheck; b. het opstellen van een verzoek (vergunningaanvraag, melding of informatieplicht) en c. maatregelen op maat. Met de vergunningcheck, dit als voorbeeld, controleren initiatiefnemers of ze hun plan op een bepaalde locatie mogen uitvoeren. De toepasbare regels zorgen ervoor dat de initiatiefnemer aan de hand van vragen een conclusie krijgt: is het voor deze situatie nodig om een vergunning aan te vragen, een melding te doen of geldt er een informatieplicht? Initiatiefnemers kennen niet altijd de naam van een juridische activiteit. In de vergunningcheck kunnen ze daarom zoeken via ‘werkzaamheden en trefwoorden’. Zo vinden ze gemakkelijk de juiste vragen die horen bij de juridische activiteiten.
Een belangrijk onderdeel van het RTR is de functionele structuur. Dit is de kapstok voor toepasbare regels. De functionele structuur bevat de juridische activiteiten waar de toepasbare regels onder hangen. Het betreft activiteiten genoemd in de Omgevingswet, het Bal en het Besluit bouwwerken leefomgeving. Maar overheden kunnen onder deze hoofdstructuur ook hun eigen activiteiten aanleveren. Dit doen ze door activiteiten te annoteren in een Omgevingswetbesluit.

Wat zijn toepasbare regels? Toepasbare regels zijn begrijpelijke vertalingen van juridische regels. Zelf hebben ze geen juridisch bindende kracht. Overheden vertalen hun juridische regels naar toepasbare regels voor het Omgevingsloket. Daar kunnen initiatiefnemers met vragenbomen onderzoeken wat voor hen van toepassing is. Bijvoorbeeld: Heb ik een vergunning nodig als ik een dakkapel wil plaatsen? Welke informatie moet ik aanleveren om een vergunning aan te vragen? En: Welke maatregelen moet ik nemen als ik een bepaalde activiteit wil uitvoeren? Voor het onderdeel Aanvragen zijn gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk verplicht om toepasbare regels aan te leveren over hun lokale indieningsvereisten. Overheden of hun ICT-leveranciers sluiten hun regelbeheerssysteem verplicht aan op het RTR.