/ Knip
De Omgevingswet bevat een “knip” in de omgevingsvergunning voor bouwen in: een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit én een omgevingsvergunning voor een (technische) bouwactiviteit. De gemeente toetst de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit aan het omgevingsplan (de opvolger van het bestemmingsplan). En toetst de omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (de opvolger van het Bouwbesluit 2012). De initiatiefnemer is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van beide omgevingsvergunningen. Dat de gemeente de ene omgevingsvergunning voor uw bouwplan verleent, is geen garantie dat de gemeente ook de andere omgevingsvergunning verleent. Overigens behoort de gemeente u op grond van artikel 3:20 lid 1 Algemene wet bestuursrecht eigenlijk wel te informeren dat u mogelijk nog een andere omgevingsvergunning voor uw bouwplan nodig heeft.
De gedachte van de wetgever bij de knip wordt vaak uitgelegd aan de hand van het voorbeeld van een dakkapel. Een dakkapel aan de achterzijde van een woning is onder het geldende recht vergunningvrij (bijlage II Bor). Een dakkapel aan de voorzijde is echter niet omgevingsvergunningvrij vanwege de ruimtelijke uitstraling. Die dakkapel aan de voorzijde is niet vergunningvrij, omdat de gemeente vooraf het bouwplan aan het bestemmingsplan wil toetsen. Er vindt dan echter ook bij vergunningverlening een onnodige toetsing aan het Bouwbesluit 2012 plaats. Uit technisch oogpunt maakt het niet uit of de dakkapel aan de voor- of achterzijde van de woning wordt aangebracht.
Hoewel deze gedachte van de wetgever begrijpelijk is, zijn voor bouwwerken van enige omvang veelal beide omgevingsvergunningen vereist (als het stelsel van kwaliteitsborging niet geldt). Wanneer wel het stelsel van kwaliteitsborging geldt, dan is veelal alleen een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit vereist. De bedoeling is dat direct bij inwerkingtreding van de Omgevingswet het stelsel van kwaliteitsborging geldt voor onder meer grondgebouwen woningen en eenvoudige industriehallen van maximaal twee bouwlagen. Voor het bouwtechnische deel is dan alleen een bouwmelding vooraf vereist in plaats van een omgevingsvergunning voor een (technische) bouwactiviteit.