/ Maatwerk

Het Besluit bouwwerken leefomgeving (de opvolger van het Bouwbesluit 2012) is in beginsel uitputtend. Gemeenten mogen alleen maatwerk voorschrijven als het Besluit bouwwerken leefomgeving dat mogelijk maakt.

De mogelijkheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften in het Besluit bouwwerken leefomgeving is zo specifiek mogelijk opgezet. De op grond van bestaande wet- en regelgeving al bestaande mogelijkheden zijn waar nodig aangepast en als maatwerkmogelijkheden opgenomen in het Besluit bouwwerken leefomgeving. Het gaat hierbij met name om de volgende artikelen uit de Woningwet en het Bouwbesluit 2012: a. De ontheffingsmogelijkheid van artikel 7 Woningwet is opgenomen in artikel 4.5 Besluit bouwwerken leefomgeving; b. De aanschrijfmogelijkheid van artikel 13 Woningwet is opgenomen in artikel 3.7 Besluit bouwwerken leefomgeving; c. De mogelijkheid van artikel 1.21 Bouwbesluit 2012 tot het stellen van nadere eisen na een gebruiksmelding is opgenomen in artikel 6.5 Besluit bouwwerken leefomgeving; d. De mogelijkheid van artikel 1.29 Bouwbesluit 2012 tot het stellen van nadere eisen na een sloopmelding is opgenomen in artikel 7.23 lid 3 Besluit bouwwerken leefomgeving. Het college van burgemeester en wethouders is het bevoegd gezag om een maatwerkvoorschrift te stellen, zoals volgt uit artikel 2.2 lid 1, aanhef en onder b, Besluit bouwwerken leefomgeving.

In de praktijk is gebleken dat er terughoudend gebruik wordt gemaakt van de maatwerkbevoegdheden. Aangezien ook onder het Besluit bouwwerken leefomgeving de rijksregels in het overgrote deel van de gevallen afdoende zullen zijn, is het niet de verwachting dat deze mogelijkheden anders of vaker ingezet zullen gaan worden. Daarnaast bevatte het Bouwbesluit 2012 op enkele plaatsen de term ‘naar het oordeel van het bevoegd gezag’, een voorbeeld hiervan was te vinden in artikel 6.36 (brandweeringang) Bouwbesluit 2012. Daarbij werd aan het bevoegd gezag de mogelijkheid geboden in het specifieke geval te beoordelen of wel of geen brandweeringang nodig was, feitelijk een afwijking van de landelijke regel. Dit kan beschouwd worden als een vorm van maatwerk; het in gevallen aanpassen van de algemene regel zodat deze past op de lokale situatie. In het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn deze bevoegdheden voor het bevoegd gezag ook vormgegeven als maatwerk (de mogelijkheid een maatwerkvoorschrift te stellen over de brandweeringang is opgenomen in artikel 3.130 Besluit bouwwerken leefomgeving). Ten slotte zijn vergeleken met het Bouwbesluit 2012 enkele nieuwe maatwerkmogelijkheden opgenomen. Het gaat hier bijvoorbeeld om de maatwerkmogelijkheden rondom het onderwerp mobiel breken, een onderwerp afkomstig uit het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval. Daarnaast is in bepaalde gevallen ook maatwerk mogelijk op de specifieke zorgplicht. Dit stelt het bevoegd gezag in de gelegenheid desgewenst nadere invulling te geven aan de zorgplicht zodat het voor de normadressaat duidelijk is waar hij aan moet voldoen. Waar maatwerkmogelijkheden openstaan, is dit expliciet aangegeven in de openingsafdeling van elk hoofdstuk van het Besluit bouwwerken leefomgeving. De afbakening van deze mogelijkheid is wanneer mogelijk direct daarbij gegeven, of waar dit gaat om een specifieke afbakening voor een bepaalde regel, zo dicht mogelijk bij deze regel. Een afbakening kan bijvoorbeeld inhouden dat maatwerk alleen afwijking kan inhouden en niet nadere invulling, of dat maatwerk alleen mogelijk is na een melding. Wanneer in het Besluit bouwwerken leefomgeving is aangegeven dat een maatwerkvoorschrift op aanvraag kan worden gesteld, is deze aanvraag vormvrij. De Algemene wet bestuursrecht is hierop van toepassing.

In artikel 2.3 Besluit bouwwerken leefomgeving staat dat een maatwerkregel in het omgevingsplan wordt gesteld. Hieruit blijkt, en dit wordt benadrukt, dat de mogelijkheid tot het stellen van maatwerkregels in dit besluit alleen voor gemeenten is opengesteld.

Toepassing van maatwerkregels ligt niet bij alle categorieën van activiteiten voor de hand: a. De regels in dit besluit betreffen onderwerpen waarbij geen taken en bevoegdheden voor provincie en waterschap zijn belegd, zodat in dit besluit ook geen sprake kan zijn van op deze overheden gerichte maatwerkmogelijkheden. b. Maatwerkregels hebben in het algemeen vooral nut bij onderwerpen met een gebiedsgerichte component. Omdat verreweg de meeste regels in dit besluit betrekking hebben op technische eisen aan individuele bouwwerken ontbreekt daar op voorhand die gebiedsgerichte component. Toch wordt met dit besluit voor enkele gevallen de mogelijkheid geboden om maatwerkregels te stellen. De mogelijkheid tot het stellen van maatwerkregels is in het Besluit bouwwerken leefomgeving alleen geboden bij energiezuinigheid, duurzaam bouwen, alleen bij de woonfunctie de bruikbaarheidseisen en bij de gebruiksmelding. Gemeenten kunnen door een maatwerkregel in het omgevingsplan gebieden aanwijzen waar voor nieuwbouw strengere energiezuinigheidseisen gelden of strengere milieuprestatie-eisen aan de toe te passen bouwmaterialen. Dit geeft ruimte aan lokale ambities van gemeenten. Ook kan een gemeente in het omgevingsplan maatwerkregels opnemen voor de bruikbaarheid van de woonfunctie. De gemeente mag de bruikbaarheidseisen van dit besluit alleen versoepelen. Bij dergelijke maatwerkregels kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het versoepelen van de eisen voor de opstelplaatsen voor een aanrecht, een kooktoestel, een verwarmingstoestel en een warmwatertoestel. Ten slotte hebben gemeenten de mogelijkheid voor een aantal gebruiksfuncties een andere grenswaarde te stellen bij de afbakening van de gevallen waarin voor een gebouw een gebruiksmelding moet worden gedaan.

De gemeenteraad kan in een omgevingsplan maatwerkregels opnemen voor energiezuinigheid (artikel 4.150 Besluit bouwwerken leefomgeving), duurzaam bouwen (artikel 4.160), bruikbaarheid (artikel 4.161) en een gebruiksmelding (artikel 6.10). De gemeenten kunnen de landelijk geldende waarde van de energieprestatiecoëfficient (EPC) aanscherpen of een strengere milieuprestatie waarde voorschrijven (artikel 4.156 onderscheidenlijk artikel 4.166 Besluit bouwwerken leefomgeving). Niet is uit te sluiten dat geen maatwerk meer mogelijk is zodra het werken met EPC’s wordt vervangen door bijna energieneutraal (BENG). Deze eisen voor BENG zijn immers al dusdanig streng, dat maar de vraag is of de gemeente nog strengere eisen moet kunnen stellen. Vooralsnog lijkt het echter erop dat ook bij BENG maatwerk mogelijk blijft.