Minister Van Veldhoven: uitstel, geen afstel van Omgevingswet

mr. dr. ing. Peter de Haan, advocaat

Bouwwereld.nl | 06 april 2020

Minister Stientje van Veldhoven voor Milieu en Wonen heeft op 1 april 2020 een brief aan de Eerste en Tweede Kamer geschreven over de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Zij schrijft dat inwerkingtreding op 1 januari 2021 niet meer haalbaar is.

De Omgevingswet in het kort

De Omgevingswet vervangt 26 wetten op het gebied van een omgevingsrecht. De vergunningverlening voor bouwwerken is nu in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geregeld. Deze Wabo vervalt straks. Daarnaast zal de bouwregelgeving in de Woningwet (Bouwbesluit 2012, bouwverordening en redelijke eisen van welstand) vervallen.

Op 11 februari 2020 heeft de Eerste Kamer de Invoeringswet Omgevingswet aangenomen. Deze Invoeringswet regelt de ‘knip’ in de omgevingsvergunning voor bouwen. Het kan zijn dat voor een bouwplan onder de Omgevingswet twee omgevingsvergunningen zijn vereist: een omgevingsvergunning voor een (technische) bouwactiviteit en een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit.

De gemeente toetst de omgevingsvergunning voor een (technische) bouwactiviteit aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), de opvolger van het Bouwbesluit 2012. Daarnaast toetst de gemeente de omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit aan het omgevingsplan, de opvolger van het bestemmingsplan. Op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet vormen alle bestemmingsplannen van een gemeente gezamenlijk één omgevingsplan. In het omgevingsplan gaan niet alleen alle bestemmingsplannen op, maar ook de bouwverordening en de welstandsnota.

De redenen voor het uitstel

Minister Van Veldhoven geeft in haar brief aan dat een verantwoorde inwerkingtreding op 1 januari 2021 onder meer vanwege het coronavirus niet meer haalbaar is. Het gaat echter om uitstel en zeker niet om afstel. In haar eigen woorden:

“De recente ontwikkelingen rond het coronavirus en de keuze van het kabinet om de genomen maatregelen voorlopig te continueren, maken dat ik samen met de bestuurlijke partners ga bezien welk uitstel van de inwerkingtredingsdatum nodig is. Daarbij hecht ik eraan te benadrukken, dat het niet gaat over de vraag of het stelsel inwerking treedt, maar wanneer. Ik zie nog steeds grote bereidheid in het land bij alle partners om de Omgevingswet in te voeren.”

Daarnaast geeft de minister aan dat nog stappen moeten worden gezet op het gebied van het landelijke ICT-project, maar ook van de verwerving van lokale software. Hoewel alle aanvullende wetgeving nog niet helemaal rond is, zijn daar de laatste tijd grote stappen gemaakt.

Geen nieuwe datum bekend

Wat wellicht het meest opvalt aan de brief is dat de minister geen nieuwe datum van inwerkingtreding noemt. In overleg met de betrokken partijen zal een nieuwe datum worden bepaald. Vermoedelijk zal voor die nieuwe datum met name de voortgang van de ICT-projecten een belangrijke rol spelen.

Normaal gesproken treden grote wetswijzigingen in werking op 1 juli en 1 januari van een jaar. Als de Omgevingswet al op 1 juli 2021 in werking zou kunnen treden, was te verwachten dat die datum al in de brief werd genoemd. Het is niet ondenkbaar dat de eerste nieuwe reële datum voor inwerkingtreding 1 januari 2022 is.

Gevolgen voor Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen geeft invulling aan de omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit onder de Omgevingswet. Het stelsel van kwaliteitsborging uit de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen wijzigt die vergunningverlening. De gemeente toetst niet meer bij vergunningverlening een bouwplan aan de bouwtechnische voorschriften. Als een bouwplan onder het stelsel van kwaliteitsborging valt, geldt daarom een meldingsplicht in plaats van een (technische) vergunningplicht. Het stelsel van kwaliteitsborging zal stapsgewijs worden ingevoerd, te beginnen met de minst risicovolle bouwwerken. Eerst geldt het nieuwe stelsel voor gevolgklasse 1 (o.a. grondgebonden woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen), daarna voor gevolgklasse 2 (o.a. grotere appartementencomplexen en scholen) en tot slot voor gevolgklasse 3 (o.a. voetbalstadions).

Bestuursakkoord

Mininster Ollongren heeft met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een bestuursakkoord gesloten. In het bestuursakkoord staat dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in ieder geval niet in werking treedt voorafgaand aan de Omgevingswet. In zoverre is te verwachten dat ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen pas later in werking treedt. Dat is echter de halve waarheid. Er komt een toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw die als zelfstandig bestuursorgaan op rijksniveau de invoering van het stelsel van kwaliteitsborging zal voorbereiden en daarna zal monitoren. Het is zeker niet ondenkbaar dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen alvast deels in werking zal treden ten behoeve van het oprichten en het functioneren van die toelatingsorganisatie.

Verdwijnen regeling verborgen gebreken

Daarnaast bevat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen ook wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek. Het bekendste voorbeeld is het verdwijnen van de verborgen gebreken regeling. De aansprakelijkheid en waarschuwingsplicht van de aannemer worden strenger. De regering heeft altijd de invoering van het stelsel van kwaliteitsborging en de wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek als twee-eenheid gezien. Het is echter niet ondenkbaar dat de wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek niet hoeven te wachten op de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Tot slot

Er zijn geen aanwijzingen dat de Omgevingswet niet zal worden ingevoerd. Niet voor niets heeft de Eerste Kamer onlangs de Invoeringswet Omgevingswet aangenomen. Er moeten echter veel praktische dingen geregeld worden voordat invoering mogelijk is. Het moge duidelijk zijn dat het coronavirus zorgt voor vertragingen, nu veel ambtenaren en ICT-ers verplicht moeten thuiswerken. De hamvraag is wat de nieuwe datum van inwerkingtreding wordt.

mr. dr. ing. Peter de Haan, advocaat